Book Description
Plantages en slaven vormden meer dan twee eeuwen de kern van de Surinaamse maatschappij. Surinaams contrast biedt op basis van een bijna tienjarig onderzoek van Nederlands, Surinaams en Engels archiefmateriaal over enkele honderden plantages de meest uitvoerige en diepgaande studie over deze tweeëenheid. De studie schetst een levendig en gedetailleerd beeld van de Surinaamse samenleving in de achttiende en negentiende eeuw. Aangetoond wordt dat er meerdere plantagesectoren waren—koffie, suiker en katoen—die structureel van elkaar verschilden en ieder een geheel eigen geschiedenis hebben gekend. Ook wordt uitvoerig stilgestaan bij de strijd tegen het water die het leven op de meeste Surinaamse plantages verzwaarde. Voor het grootste deel van de Surinaamse bevolking was de plantage behalve werk- ook woonplaats. Daarom wordt niet alleen de arbeid, maar ook de leefwereld van de plantagebewoners beschreven. Dat daarbij de meeste aandacht uitgaat naar de levenswijze en bestaansstrijd van de slaven ligt voor de hand: zij vormden nu eenmaal de overgrote meerderheid van de bevolking en waren van generatie op generatie gebonden aan de plantages. Surinaams contrast toont voorts aan dat de Surinaamse samenleving voortdurend in beweging was en veranderde. Roofbouw en overleven kenmerkten, in wankel evenwicht, de Surinaamse plantagemaatschappij. In hoeverre Suriname in dit en in andere opzichten afweek van het algemene Caraïbische patroon wordt duidelijk uit de vele vergelijkingen die worden gemaakt met andere plantagekoloniën in de regio.